Sinus Pilonidalis

Uit eigen onderzoek (Figuur 1) is gebleken dat weinig mensen bekend zijn met de aandoening sinus pilonidalis in de samenleving, maar ook onder zorgverleners. Wat is sinus pilonidalis, hoe ziet het er uit en wat is de rol van een zorgverlener bij de behandeling van sinus pilonidalis?

 

Wat is een haarnetcyste (sinus pilonidalis)?

Een haarnetcyste bevindt zich bijna altijd in en of rondom de bilspleet. Het is een holte onder de huid, die een open verbinding heeft door de huid heen naar buiten. Er is nog veel onduidelijk over het ontstaan van haarnetcystes. De holte of verbinding ziet er uit als een klein gaatje of deukje in de huid.

Figuur 1

Ontstaan van een haarnetcyste

Een haarnetcyste kan al aanwezig zijn sinds de geboorte, maar bij de meeste mensen begint sinus pilonidalis door veel schuren van de huid waardoor een haar door de huid heen kan prikken. Dit veroorzaakt een open verbinding. Vaak bevinden er meerdere gaatjes/deukjes op een rij die meestal verbonden zijn met elkaar door middel van onderhuidse kanalen (fistels).

In de haarnetcyste(s) kunnen haren zitten waardoor makkelijk een ontsteking kan ontstaan in de haarnetcyste. Naast ontstekingen veroorzaakt een haarnetcyste ook veel pijn, afscheiding van vocht en/of bloed en psychische klachten. Sinus pilonidalis komt het vaakst voor bij jongeren en mannen tussen de 16 en 26 jaar.

 

Bij sinus pilonidalis word vaak gedacht dat slechte persoonlijke hygiëne van patiënten de oorzaak is van de terugkeer van de haarnetcyste(s) en ontsteking(en). Uit onderzoek door Luedi et al. (2015) blijkt dat besmetting van het gebied met urine, poep verhoogd BMI en zweten niet zorgen voor een verhoogde kans op het terugkeren en voorkomen van sinus pilonidalis. De leeftijdsgroep waar sinus pilonidalis het vaakst voorkomt, is een groep die zich in veelal bezig houdt met de persoonlijke hygiëne.

Wat zijn de behandelmogelijkheden?

Sinus pilonidalis word vastgesteld door de huisarts die de patiënt op zijn beurt doorverwijst naar een specialist. Wanneer een haarnetcyste rustig is en er bijna geen klachten meer zijn, kan het gebied met regelmatig scheren of laser/lichttherapie rustig gehouden worden. Laser/lichttherapie verwijderd de haren rondom de bilspleet, waardoor bij wrijving van de billen tegen elkaar de haren niet door de huid heen kunnen prikken.

De patiënt kan hiervoor bijvoorbeeld terecht bij een Huidtherapeut. De huidtherapeut is een laagdrempelige zorgverlener waar de patiënt zonder doorverwijzing terecht kan. Bij ernstige klachten kan worden besloten dat de haarnetcyste operatief wordt verwijderd.

 

Tijdens de operatie word de haarnetcyste verwijderd. Het operatief verwijderen van haarnetcystes kan op verschillende manieren gebeuren. De meest voorkomende manier is het operatief verwijderen van de lichaamsvreemde kanalen tot diep het gezonde weefsel.

 

De nabehandeling:

In ons onderzoek hebben wij een interview en intercollegiaal overleg gevoerd met een huisarts en praktijkverpleegkundige. Hieruit is gebleken dat de eerste dagen na de operatie cruciaal zijn in de verzorging omdat er in deze periode de meeste problemen kunnen ontstaan. Na de operatie zal in het ziekenhuis door het verplegend personeel de wond 2 tot 3 maal per dag gespoeld worden onder de douche. Het verplegend personeel bedekt de wond met speciale gazen en zal patiënt instrueren, zodat de patiënt het in de toekomst zelf kan doen. Afhankelijk van de patiënt zal bij ontslag gespecialiseerde thuiszorg opgezet worden en word een afspraak gemaakt voor nacontrole op de polikliniek.

 

Bij veel patiënten is deze vorm van zorg voldoende, echter zijn er patiënten die meer zorg nodig zullen hebben. Via de huisarts kunnen patiënten in contact komen met de praktijkverpleegkundige. De praktijkverpleegkundige kan op een breed gebied extra zorg voor een patiënt in werking stellen zoals bijvoorbeeld psychologische hulpverlening en hulp ter voorkoming van het terugkeren van de aandoening.