Alopecia Androgenetica
Wij hebben een onderzoek gedaan over alopecia androgenetica door middel van een interview, enquête en een intercollegiaal overleg. Hieruit is gebleken dat er te weinig informatie beschikbaar is over deze aandoening. Daarom hebben we een website ontworpen, zodat jullie meer informatie kunnen vinden over deze haaraandoening.
Wat is alopecia androgenetica?
Alopecia androgenetica betekent mannelijke kaalheid. Het is de meest voorkomende soort van haarverlies (Gho & Neumann, 2011). Het begint meestal tussen de 30 en 50 jaar (Kaliyadan & Nambiar, 2013). Hoe vaak het voorkomt verschilt per afkomst. Donkere mensen hebben minder snel last van alopecia androgenetica dan blanke mensen (Yang et al, 2013).
Er zijn verschillende patronen te zien bij mannen en vrouwen. Bij mannen verschuift de haarlijn naar achteren. Bij vrouwen blijft de haarlijn intact en wordt het haar dunner bovenop het hoofd (Yang et al, 2013). Stress speelt hierbij een grote rol volgens Alice Poot (persoonlijke communicatie, 8 maart 2018). Ook erfelijkheid, BMI, roken, chronische ziekten en medicijngebruik kunnen invloed hebben op de patronen en op het verloop van deze aandoening (Yang et al, 2013).
Hoe ontstaat alopecia androgenetica?
Het kaal worden van het hoofd ontstaat door dihydrotestosteron, ook wel afgekort als DHT. Dit is een androgeen. Een androgeen is een soort hormoon. De haarfollikel is gevoelig voor DHT, omdat de haren bovenop het hoofd een soort van “androgeenantenne” hebben. Door DHT wordt de groeifase verkort. Na een langere tijd worden de haren steeds dunner en korter. Terminale haren veranderen in vellushaar. Terminale haren zijn dikke haren, zoals die op je hoofdhuid, wenkbrauwen en wimpers. Vellushaar zijn dunne zachte haartjes, die je bijna niet kunt zien. Uiteindelijk verschrompelen de haarwortels en groeit er geen haar meer terug. Hierdoor krijg je kale plekken op het hoofd (Gho & Neumann, 2011).
Wat kun je doen aan alopecia androgenetica ?
Er zijn veel behandelingen voor haaruitval. Vroege of snelle haaruitval kan wijzen op een andere aandoening. Daarom is het belangrijk om voorafgaand van een behandeling een onderzoek te doen. Er zijn associaties met andere ziektes, zoals overgewicht en hart- en vaatziekten (Yang et al, 2013). Medicatie die gebruikt wordt is minoxidil. Dit wordt gebruikt om de haargroei te stimuleren. Finasteride bij mannen en de Diane-35 pil bij vrouwen reguleren de DHT. Hierdoor gaat er minder DHT naar de haarfollikels en valt het haar ook niet uit. Ook een licht-laserbehandeling kan worden ingezet voor stimulatie van de haargroei. Een operatieve mogelijkheid is een haartransplantatie. Hierbij worden haartjes van het achterhoofd verwijderd en op de kale plekken weer ingeplant. Verder kan de patiënt een pruik dragen of camouflage toepassen (Kaliyadan & Nambiar, 2013).
Bij onze enquête hebben wij gevraagd aan patiënten met alopecia androgenetica welke behandelingen ze al kende. Ook is uit ons onderzoek gebleken dat 57% van de respondenten verschillende behandelingsmogelijkheden kent. Welke behandelingen bekend zijn kunt u zien in het cirkeldiagram (Figuur 1).

Figuur 1

Figuur 2
Psychische factoren bij alopecia androgenetica
Deze aandoening heeft impact op de kwaliteit van leven. Het is een cosmetisch probleem (Gho & Neumann, 2011). Uit onze enquete is gebleken dat 60% last ervaart van haaruitval. Vooral schaamte wordt ervaren. Uit het ICO (persoonlijke communicatie, 30 maart 2018) is gebleken dat er interdisciplinair word samengewerkt. Bijvoorbeeld met de huidtherapeut en de psycholoog. Zo kunnen de psychische problemen worden aangepakt. Wat voor last de patiënten ervaren kunt u zien in de cirkeldiagram (Figuur 2).
Maak jouw eigen website met JouwWeb